Inleiding

januari februari
maart april
mei juni
juli augustus
september oktober
november december

 

 

Juni:
Zomermaand
8. Zoals Sint Medardus 't weder vindt, blijft hij zes weken met zijn wind.
Als het op St. Merardusdag (de “regenheilige”) regent, dan regent het zes weken alle dagen.
Als met Merardus buien jagen, zo duurt de regen vele dagen.
11. Regent het op Sint Barnabas, zwemt de oogst in een waterplas.
13. Is het op Sint Antonius nat, de boer verdrinkt van verdriet zich zat.
15. Regen met Sint Veith, regen zes weken in een tijd.
Zorgt goed voor de wiegen, want St. Viet komt met vliegen.
Mit Sint Vitus kómme de vlege.
24. Wanneer Johannes is geboren, 't lengen der dagen is verloren.
Sint Jans regen, voor de oogst geen zegen.
Sinte Jan regenman.
29. Schijnt de zon op Sint Paulijn, dan zal gans het jaar kermis zijn.
Mit Peer en Paul riejp ’t kaore daag en nach.