Hoofdpagina

 

 

 

Regelmatig ontvangen wij verzoeken van scholieren of studenten voor
informatie over een of ander onderwerp.
Vaak vind men het antwoord op onze site, zoniet dan zoeken wij bij onze kontakten
of zij verder kunnen helpen.
Zo ook de volgende vraag:

Wij zijn 2 leerlingen van BC Broekhin, en moeten voor geschiedenis een
werkstuk maken over Roermond in de middeleeuwen. We moeten drie
deelvragen beantwoorden:
-Hoe was het bestuur in de Middeleeuwen?
-Hoe was het bestuur in Roermond in de
Middeleeuwen?
-Wat is daar nu nog van te merken?

Wij zouden het op prijs stellen, als u ons wat informatie over zou
kunnen opsturen.

Bij voorbaat dank

Ruben Vaessen, Sjors Geraedts

Het antwoord kwam van Willem Cartigny.

 

Roermond in de Middeleeuwen

1. inleiding

Wat hieronder volgt is slechts een (zeer) kort exposé over Roermond in de Middel Eeuwen. Als men hier meer over wil weten, meer studie naar willen doen, zal men her en der in de literatuur moeten duiken. Er is veel literatuur over Roermond in deze periode. Auteurs die zich er met name mee hebben beziggehouden zijn Meerdink, G. Venner (Geschiedenisboek "Geschiedenis van Limburg" uit 2001, voor VO), G. Venner, J. Linssen, Smeets, Hardenberg, Thissen, Van Hövell, e.a.
Tevens deze website van historie.roermond.net, waar ook de nodige informatie vandaan is te halen.
Gemakshalve ga ik uit van de oude indeling in geschiedenistijdvakken, waarbij voor de Middel Eeuwen de periode van ong. 500-1500 geldt.

Men moet 2 zaken uit elkaar houden wat betreft de ouderdom van de stad, nl. de eerste nederzetting en de eerste stadsvorming.
In de Romeinse tijd was er in de contreien van Midden Limburg vrij veel bewoning (uit die tijd, 2e/3e eeuw dateert o.a. de beroemde wijsteen die bij Roermond is gevonden, gewijd aan de godin van de rivier Rura), daarna, in de periode van ong. 250-600 vrijwel niet.
Er zijn vele aanwijzingen voor een eeuwenlange bewoning van (ver) voor 1100. Een daarvan is de Balderik-oorkonde uit 943, waarbij delen van de latere stad worden vermeld (o.a. Rura en Nieoll). Linssen, een van degenen die hier veel studie van heeft gemaakt, gaat er van uit dat de nederzetting Roermond reeds in de 8e/9e eeuw bestond en mogelijk zelfs een zelfstandige Frankische villa vormde (anderen, waaronder Hardenberg, gaan niet uit van een zelfstandige Frankische nederzetting maar een onderdeel van de Koningshof Asselt, althans in die eerste periode).
De eerste stadsvorming vangt aan rond 1180 en is in 1227 voltooid. Bij stadsvorming moet je denken aan zaken als: tolheffing op de Maas, Maasovergang, de vestiging van een grafelijke palts of hofstede, rechtspraak, muntrecht, planmatig aangelegde markt, stadsomwalling, etc.
Roermond is daarmee een van de oudste steden van het land en zeker van Gelre, waarover dadelijk meer. De burcht op Buitenop bestond reeds in 1183 en was daarmee de oudste stedelijke burcht van de Gelderse steden. Ook de stichting van de Munsterabdij door graaf Gerard en zijn moeder Richardis van Scheyern-Wittelsbach rond 1220 heeft een belangrijke impuls betekend voor de verdere stadsvorming, nadat de zich ontwikkelende stad in 1213 door de Duitse kroonpretendent Otto van Brunswijk was verwoest.
Het praalgraf in de Munsterkerk is de oudste en allereerste Europese dubbeltombe voor een man en vrouw samen.

2. Hoe was het bestuur in de Middeleeuwen?

Bestuur in de Middel Eeuwen (zie o.a. Geschiedenis en cultuur van het Hertogdom Gelre uit 2001)
Voor Roermond als stad moet je dan dus aanhouden de periode vanaf 1180 tot 1500 á 1600.
De stad maakte in die periode deel uit van het Graafschap, vanaf 1339 Hertogdom Gelre.
Voor de bestuurlijke indeling van Graafschap/Hertogdom kun je globaal een vergelijking maken met de huidige landsindeling in Rijk, Provincie en Gemeente. Gelre omvatte het grootste deel van het huidige Gelderland, Noord- en Midden Limburg, delen van Utrecht en Overijssel en nu in Duitsland gelegen gebieden. De indeling was niet, zoals nu, in Provincies, maar in zgn. Kwartieren. Daar waren er 4 van, 3 Nederkwartieren (zeg maar: boven de grote rivieren), nl. Zutphen, Nijmegen en Arnhem en een Overkwartier, nl. Roermond. Die vier steden waren de hoofdsteden en daarmee de belangrijkste steden van Gelre. Roermond had deze positie vanaf 1347.
Tevens was de stad ook hoofdmuntplaats van heel Gelre.
Onder de kwartieren ressorteerden dan nog de ambten. Een van die ambten was bv. Montfort, waar een tamelijk grote burcht stond. Verder vielen onder Roermond nog de ambten Krickenbeck, Erkelenz, Geldern, Straelen en Wachtendonck (tegenwoordig allemaal in Duitsland gelegen) en ambt Kessel.
Je moet dat bestuur als volgt zien. Het hof van de graaf, later hertog, was aanvankelijk niet residentieel (gevestigd), maar een reizend hof, dat dan eens hier, dan weer daar hof hield. Ze deden dat meestal in een van de Gelderse steden of in een van de verspreid liggende burchten. Het kwartier Roermond telde overigens van de Gelderse kwartieren het grootste aantal burchten. In de steden waren er paltsen of hofsteden van de landsheer gevestigd. In Roermond bijvoorbeeld was dat in de omgeving van de St. Jansstraat / Swalmerstraat. Later gingen de hertogen zich steeds meer settelen en ontstond er een bestuurscultuur die niet meer rondreizend was maar residerend en besturend vanuit een van de hoven.
In Roermond waren vanaf 1580 ook de Kanselarij en het Hof van Gelre gevestigd, de hoogste bestuursorganen van het hertogdom, naast de Staten van de 4 Kwartieren. Want buiten de bestuurlijke indeling was er ook nog de standenindeling: naast de landsheer (de hertog) had je de steden en de ridderschap. Beide waren vertegenwoordigd in de Staten van de Kwartieren en daar werden dan ook de belangrijkste besluiten genomen en dat Statencollege was voor het Overkwartier ook gevestigd in Roermond

3. Hoe was het bestuur in Roermond in de Middeleeuwen?

Over het bestuur in Roermond kan ik weinig vertellen. Je had de schout en schepenen die namens de burgerij het bestuur voerden. Maar hoe ze verkozen werden en wat hun werkelijke macht of invloed was? (Daar zou nog wat meer onderzoek naar gedaan kunnen worden) Uiteraard hadden ze rekening te houden met de bovenstedelijke bestuursvormen als de genoemde Staten, Hof van Gelre en Kanselarij, de stadhouders van Gelre en uiteraard de bisschop (Roermond was vanaf 1559 ook bestuurszetel van het bisdom Roermond, dat toendertijd tot Nijmegen en Grave liep en ook Duitse gebieden omvatte)

4. Wat is daar nu nog van te merken?

Waaraan kun je de vroegere positie van de stad nú nog afzien.
Dat is heel simpel, loop maar eens door de stad. Roermond gold heel lang als het "Haagje van het zuiden", door zijn belangrijke bestuurscultuur, die je nog steeds kunt afleiden uit de bebouwing in de stad.
In de Pollartstraat bv. heb je naast elkaar liggen het Bisschoppelijk paleis, latere paleis van Justitie, de gevangenis (witte gebouw met de kantelen) op de plek en ongeveer van dezelfde contouren als de Kanselarij van Gelre (zie hierboven onder 2), die daar tot medio 19e eeuw lag, en verderop, om de hoek met het Munsterplein het Prinsenhof, het verblijf van de stadhouders van Gelre (de plaatselijke vertegenwoordiger van de hertog).
In de Neerstraat zie je het Huis Steenen Trappen, gebouwd door Petrus van Boshuysen, drossaard (=hoofd) van het ambt Montfort. In het stadhuis aan de Markt heb je nog altijd de Statenzaal, waar de Staten van het Overkwartier zitting hielden.
Verder zie je vele rijke en grote gebouwen die aangeven dat Roermond in het verleden een belangrijke stad was, met name zie je vele van die "stadspaleizen" in de Swalmerstraat / Steegstraat.
Nog steeds kent de stad uit dat rijke verleden een bovenlokale en zelfs provinciale bestuurscultuur met instellingen als Arrondissementsrechtbank, Kadaster, Bisdom, etc.
Roermond was in de Middel Eeuwen ook een stad van vele kloosters, eigenlijk was Roermond in Zuid Nederland de stad met de meeste kloosters. Ook dat zie je nog steeds terug in allerlei overblijfselen. Kijk maar naar de Munsterabdij, het voormalige Jezuïtenklooster/College aan de Jezuïtenstraat/Lindanusstraat, het Karthuizerklooster aan de Swalmerstraat, het Beggardenklooster op de hoek Bakkerstraat/Zwartbroekstraat, de Minderbroederskerk, enz.
Mede door deze overblijfselen uit een rijk verleden is de binnenstad in 1986 aangewezen als Beschermd Stadsgezicht, is de stad een van de 6 Belvedere-steden in Limburg (steden met een bijzondere cultuurhistorie) en de 2e monumentenstad (na Maastricht) van de Provincie.


Willem Cartigny, dec. 2001